• De Afsluitdijk is jarig!

    28 mei 2020:

    Vandaag is de Afsluitdijk jarig! Op 28 mei 1932 werd aan het begin van de middag het laatste gat gesloten. Eind september 1933 ging de Afsluitdijk open voor het verkeer.

    Ik houd van deze plek. Uren wachten op het juiste licht. Je route naar huis via de dijk laten lopen omdat het volle maan is. Midden in de nacht ernaartoe rijden omdat de nachten nu eenmaal stiller zijn. Een kleine selectie. Deze beelden zijn te koop als fotokunst aan je muur. Bel of mail mij als je interesse hebt.

  • Onderweg

    25 april 2020:

    Sinds het begin van 2019 maak ik samen met schrijver/journalist Thijs Tomassen een bijzondere reis. Het werk en leven van kunstenaarstrio Antal Bos, Thijs Trompert en Marisja Smit van ATM Model Art in woord en beeld brengen is de rode draad van deze mooie weg. Wat een fantastische route tot nu toe. Momenten van intens geluk en stil genieten. Het boek wordt op 10-10-2020 gepresenteerd. Updates hierover volgen!

    Je kunt het boek al bestellen via de site www.atmosfeerhetboek.nl.

    Antal
    Thijs
    Marisja

  • Kunst aan je muur!

    1 maart 2020:

    Recent twee fotokunstwerken geleverd! Fijn om mensen nog blijer te zien worden van hun aankoop als het eenmaal aan de muur hangt. En te horen dat zij genieten van hun nieuwe uitzicht. Van beide werken worden slechts 10 exemplaren uitgegeven.

    De werken zijn gedrukt op 340 grams/m2 fine art barriet museaal papier, bevestigd op dibond, gesigneerd en genummerd. Aan de achterzijde is een aluminium frame bevestigd zodat je het werk eenvoudig aan de muur kunt ophangen. Voorzien van echtheidscertificaat. Het formaat van de werken is 70 cm hoog en 90 cm breed.

    Een paar weken later mocht ik twee prints leveren aan iemand die al meerdere werken van mijn hand in zijn huis heeft hangen. Dit voelt zo goed! Ditmaal gaat het om het formaat A3 (29,7 cm hoog, 42 cm breed) afdrukken, gelimiteerd tot maximaal 10 exemplaren, gesigneerd en genummerd, en gedrukt op 340 grams/m2 fine art barriet museaal papier. Baspartout heeft ervoor gezorgd dat de werken prachtig zijn ingelijst! Zoals altijd trouwens.

  • Omarmend

    Het is maandagavond, rond de klok van tien uur. Ik heb een niet te stuiten behoefte aan vertoeven in een kleine kroeg. Ergens in Groningen, buiten het gebaande pad. De entree is er een waarbij je een zwaar gordijn passeert bij binnenkomst. Stil tafeltje ergens uit de loop met zicht naar buiten. De regen tikt zacht tegen de ruiten van het café. Waarop in sierlijke letters de Franse naam van het etablissement staat geschreven. Eronder het telefoonnummer. Een naam en een nummer, meer is niet nodig. Ik neem plaats en bestel, kies een stoel die mij uitzicht geeft over de straat en gracht. De klinkers glimmen door het vers aangevoerde hemelwater, subtiel beschenen door het licht van de lantaarns. Het pand zit op een hoek. Mijn uitzicht is daardoor prettig. Alsof de weidsheid van de stad besloten ligt in de omarming van haar zijn. Er speelt een muzikant. Zachte tonen, fijnzinnige melodie, onmiskenbaar jazz. Op tafel strooit een kaars voorzichtig met schijnsel. Het glas plaatselijk gebrouwen donker bier is halfvol. Meer een bokaal eigenlijk. En voorzien van een rond papieren servet om de voet van het glazen kunstwerk. Toonbeeld van gastvrijheid. Het licht binnen in de zaak is van een prettige sterkte. Gedempt, op de tonen van de liefde. De stemmen van de mensen zijn dat ook. Mijn ogen dwalen over de kade. Gedachten zijn ver weg. Plotseling valt mijn oog op een vrouw. Zij fietst met enige haast. Eerder zwierig dan doelgericht onderweg. Haar zwarte jurk zit slordig en toch als gegoten. De korte leren jas verhult nauwelijks haar ranke schouders. Gitzwarte haren bevochtigd door de zacht nevelige regen en een vuurrode sjaal omlijsten haar verschijning. Haar tempo zorgt voor een snellere nabijheid dan wenselijk. En weg is zij. Helaas. Een serene deken van onverwachte alledaagsheid valt over een zoekende ziel. De avond is jong en beloftevol.

    April 2016.

  • Fotozwerver in beeld

    6 oktober 2018:

    Naar aanleiding van mijn tentoonstelling ‘De ziel van een landschap’ ben ik geïnterviewd door Thijs Tomassen. Het portret is gemaakt door Marco Hofsté. Trots op dit mooie verhaal, dat op zaterdag 6 oktober 2018 verscheen in De Amersfoortse Courant. Stil van.

    De expositie is nog te zien in Het Gasthuys aan de Muurhuizen in de binnenstad van Amersfoort tot na de zomer van 2019.

  • Woorden uit het hart

    17 september 2018:

    Begin september 2018 belt Hans Vos mij. Hij is schrijvend journalist. En interviewt met regelmaat kunstenaars. Ik vond het best spannend, praten met een schrijver over wat mij raakt als fotograaf. Zit hij daar wel op te wachten? Snapt hij mij? Hij stelt zijn vragen doelgericht, maar voorzichtig. Hij luistert, en schrijft. Alras voel ik mij op mijn gemak. De man die binnenkomt begrijpt mij. De rest is geschiedenis. Met deze link kun je het artikel nalezen.

  • Koesteren

    17 mei 2018:

    Tien jaar geleden. Uitzicht vanuit mijn (soort van) tijdelijke achtertuin. Lofoten halverwege mei 2008. Wat is Noorwegen fraai. In dit jaargetijde, het voorjaar is een eind op streef, zijn de nachten boven de Poolcirkel niet bijster lang. Dit geeft niet. Kun je langer het immense landschap binnen laten komen. Wakker worden, naar buiten, kopje thee en een summier ontbijt mee. Genieten met hoofdletters. Zittend op een steen is het zwerk zo verschrikkelijk fijn, vergeet je nooit meer. Ik was indertijd naar het Hoge Noorden doorgereden. Zomaar in een Volvo met zeer ruime ervaring, hoe passend. Ik moest iemand brengen naar zijn huis ergens middenin Zweden. Als je tijd hebt, dan ga je door. Via de Inlandsvägen, fantastisch. Hoe hoger, hoe kouder. Sneeuw, ijs. Overstekende mooses. Dat zijn elanden. Ik stopte. Lopen nieuwsgierig langs je auto. Briljant. Langs de meren nabij Tärnaby, tip van een Zweed. Even verder de grens met Noorwegen over. En maar rijden. Bij Mo i Rana rechtsaf (daar was ik in 2014 nogmaals, maar dan met sneeuw, zoveel sneeuw). Ik passeerde de Salfjellet. In 2008 ineens sneeuw, terwijl de weg ervoor en erna alleen maar het voorjaar ademde. Stil, weids en mateloos landschap. In dit Nationaal Park passeerde ik voor het eerst in mijn leven de Poolcirkel. Iets dat ik altijd al heb willen ervaren. Alweer magisch. Een uur op een klapstoeltje gezeten. Dan is het nog een stuk doorrijden naar de veerboot naar (bijna) Lofoten. Overstekende rendieren, volwassen, echt groot. Te laat voor het veer, ik hou niet van plannen. Het voordeel van je laten verrassen is dan meteen dat er dingen gebeuren. Alsof je meer tijd hebt? Ik weet het niet. De weg was te lang om door te rijden. Dan een houten huisje onderweg. Een plek waar ik eigenlijk niet meer weg wilde. Maar ja, de archipel Lofoten lonkt. De dag erna op een veer om uiteindelijk op de weg naar Lofoten te geraken. Het laatste uur van de reis passeer ik een baai. Aan weerszijden pieken die zomaar uit zee lijken op te stijgen. Op een zondag. Het was de Nationale feestdag van Noorwegen. Bijzonder moment. De veerboot was stil. Via een recent aangelegde snellere weg naar Svolvær ben ik ineens waar ik wil zijn. De ontvangst is meer dan gastvrij. Later in 2012, 2013, 2014 en 2015 en is dit niet anders. Een plek om te koesteren.

  • Achtertuin

    12 december 2017:

    Het licht in oktober. Het is ontegenzeglijk fraai. Het schijnt over de stad Amersfoort, over de mensen. Het kleurt. Ik zit op mijn fiets. Richting binnenstad. Mijn oog valt op een jochie op een rood fietsie. Zijn moeder rijdt er vlak achter. Met een kind achterop. Het is zijn eerste tocht. Dat kun je zien. Het straalt ervan af. Hij zit trots, kijkt wisselend rond en op de weg. Slingert een beetje. Logisch. Je eerste tocht. Ik kan hem zo terug halen in mijn geest trouwens, mijn eerste fietstocht. Toevallig ook een rood exemplaar, de fiets. De verf was nauwelijks droog. Maar ik moest en zou fietsen. Had het tenslotte net onder de knie. Dan moet het gewoon. In de steeg. Wie maakt mij wat? Wie kom ik tegen? Niemand. En ik kan toch de wereld aan, op mijn eigen fiets. Maar, wat een tocht. Het was mijn vijfde verjaardag. In 1969. Ook in november. Mijn rit anno nu gaat verder. Ik zie een vrouw. Een meer dan fraai exemplaar. Zij loopt trots. Ook — alweer — logisch. Tot het moment waarop zij in de poep trapt. De kreet is hard. Onaangenaam. Iets met shit. Een schoen vol. En toch behoudt zij haar bekoorlijke loop. Het klokkenspel van de Onze Lieve Vrouwe-toren speelt een enthousiast stuk muziek. De stoeprand is behulpzaam. Aan de dame die in de poep trapt. Een straat verder. Een man met een volle tas. Geen boodschappen. Het lijkt op al wat hij bezit. Zijn gezicht straalt. Hij zingt. Ik versta er geen bal van. Maar het is goed. Een blij mens is altijd prettig. Ik laat de stad achter mij. Passeer de Koppelbrug. Hoor het verkeer nauwelijks. Het licht tempert. Het daglicht nadert haar einde. Mooi dat een intens grijze dag kleurrijk eindigt. Het fietspad langs de rivier de Eem. Opvallend veel luid zingende mensen op deze route in de polder tussen Amersfoort en Soest. Komt het door de weidsheid van het landschap? Dat mensen gaan zingen. Einde van de week, zicht op het weekend? De zon gaat — ik kan het niet anders omschrijven — donderend onder. Het fietspad slingert duchtig. De plek is goed. Er liggen wat stukken water, sloten. Mist schrijdt langzaam binnen. De combinatie van het laatste licht met reflecterend water en de zakkende wolken is mateloos mooi. Een zwerm zwanen duikt plotseling op uit de waterdamp. De vlucht eindigt in een van de plassen naast de Eem. Het wit van het verenkleed steekt schril af tegen de donkerte van de avond. Even verderop pal langs het fietspad — het is inmiddels donker — een knisperend geluid. Alsof iemand zachtjes door de rijp heen loopt. Op nog geen drie meter afstand staan zes reeën in het weiland. Zonder blikken of blozen doen de dieren zich tegoed aan het gras. Het gebeurt gewoon in Amersfoort. Aan het einde van een dag.

  • Zonnige herfst

    26 september 2017:

    Het najaar is onmiskenbaar ingetreden. Zomaar ineens. Koude en mist. Geuren die veranderen. Het hoort bij dit jaargetijde. De wet in de omloop van seizoenen. Een boodschap noopt tot naar buiten gaan. Het is vlakbij. Net als ik de winkel verlaat barst er een regenbui los. Een markies biedt uitkomst. Even schuilen. Een orkest van druppels maakt muziek op het doek. De geur van regen roept een zekere blijheid op. Even na mij stapt een vrouw ook naar buiten. Boodschappen in een doosje. Onze ogen kruisten elkaar eerder in het winkelpad. Een mooie dame. Zj is een combinatie van ingetogen en uitstraling hebben. Bruine ogen, lang donkere haar in een ogenschijnlijk slordige knot. Haar auto staat tegenover de zaak zegt zij. Dichtbij genoeg om het meeste hemelwater te ontwijken. Ver genoeg om even te schuilen onder het afdak. Het laatste gebeurt. Er ontstaat een kort gesprek. Slechts enkele zinnen. Die indruk maken. Dat komt door de woorden die zij kiest. Het is een zonnige herfst.

  • Het Noorden

    26 december 2016:

    Roodehaan is vertrekpunt voor een zwerftocht door het Noordoosten van Groningen. Daar waar het vergezicht lijkt te zijn uitgevonden. Het is er verstild, geen mens op straat. Bomen zijn kaal, logisch, want het is eind december. Het draagt bij aan het weidse gevoel. Je bent hier een klein onderdeel van het land. Een passant. Maar altijd welkom. De wegen meanderen er lustig op los. Het gehucht Mensingeweer dient zich aan. Middenin een voor dit landschap typische brug, zo een met een flinke hobbel. Het Mensingeweersterloopdiep wordt overgestoken. Een loopdiep. Benieuwd wat de grondslag is voor zulks een wonderlijk woord. In dit gebied koestert men de vaarten, sloten en diepen blijkbaar. De namen staan steevast vernoemd bij bruggen. Mooi, ik hou ervan, geschiedenis noemen. Oude waterwegen vertellen veel. Baflo gaat over in Rasquert, Breede, Wadwerd, Usquert, Uithuizen. En Valom, voorwaar een bijzondere naam voor een dorp. Via een vlakke streek, langs modderige paden, richting de Waddenzee. Plotseling is daar de stevige dijk die Noord Nederland moet beschermen. Het gaat hier mintens 8 meter omhoog. De wind poogt roet in het eten te gooien, knalhard en recht op je bakkes. Dan het Wad, in al haar schoonheid. Een oude man met getaand gezicht, gewapend met emmer en griep gaat pieren steken. Voor het vissen. In de havenmonding van Eemshaven. Hij vangt er onder andere wijting, een ondergewaardeerd visje. Staart, vinnen en kop eraf, en je hebt de perfecte lekkerbek. Maar dan zoals het hoort. En als die klote zeehonden ze niet hebben weggevreten. Aldus de visser. Tja. Verder gaat het. Langs industrie, de meest Noordelijk gelegen snackbar, een recent in gebruik genomen energiecentrale, Eemshaven dus. De boot naar Borkum vertrekt hier. Of komt aan. Het landschap wordt gedomineerd door kabels die ontspruiten uit een spacy aandoend gebouwencomplex. Oudeschip is een gehucht onder de rook van deze vooruitgang. Waar komt deze naam vandaan, vooral met de zee zo in de nabijheid. Het ligt immers flink landinwaarts. Dan Delfzijl. Elke keer als ik hier ben bekruipt mij het gevoel dat deze stad veel heeft te vertellen. Het oude Eemshotel pal achter de op Deltahoogte gebrachte Eemdijk is illustratief voor dit deel van Groningen: tanend, vervlogen tijden. Toch is er behoorlijk wat nieuwbouw gepleegd, waardoor het een bijzondere combinatie van bouwstijlen en wonen wordt. En veel chemische bedrijven. Bizar dat pal naast deze industrie boven op een dijk het oude kerkhof van Oterdum er stil ligt te zijn. Het gehucht moest in de zeventiger jaren verdwijnen voor de fabrieken. Ineens ben je weer in het oude land. Statige boerderijen, de voor de streek typische rode steen, of als je rijk was wit gekalkte muren. Bijzondere architectuur met torentjes. De polders langs de Dollard dienen zich aan. Een hele reeks volgt, allen tussen de zestiende en negentiende eeuw gewonnen op het water. Overweldigend, zeker met neergaand licht. Hiervoor teisterde de woeste Eems en Dollard het gebied met talloze overstromingen. Een groot aantal dorpen en gehuchten, maar ook enkele kloosters zijn hierdoor verdronken. Finsterwolde had een flinke vissersvloot in eigen haven. Winschoten was in die tijd een schiereiland. Illustere namen herinneren aan die tijd. De Dollard polders, ruim twintig stuks, zijn zinneprikkelend. Hollandseluchten in optima forma. Het land ligt er stil bij. Bewerkt en in afwachting van het komend voorjaar. Je telefoon denkt dat je in Duitsland bent. Het is een spektakel van enorme groepen vogels die op hun geheel eigen wijze Kerst lijken te vieren. Sluitstuk is het gehucht Hongerige Wolf. Misschien wel de mooiste plaatsnaam van ons land. Het is een kern met slechts 30 bewoners, althans bij de volkstelling in 1997. Vernoemd naar een oude herberg lijkt het een pleisterplaats geworden voor kunstenaars en mensen die inspiratie en rust ontlenen aan de leegte van een landschap. Een plek om hier met regelmaat te kunnen zijn zou ik koesteren. De weg terug verloopt in uiterste stilte. Niet vreemd.

error: Content is protected !!